Jeroen en Laura zijn gehuwd in gemeenschap van goederen en hebben een dochter Fleur. Hun huis is € 280.000 waard; de hypotheekschuld is € 260.000; op hun beider leven is een overlijdensrisicoverzekering afgesloten ter waarde van € 160.000 en bij testament hebben zij elkaar en Fleur, ieder voor een gelijk deel, tot erfgenamen van hun nalatenschap benoemd. Verder is er geen vermogen.
Als één van tweeën overlijdt, gaat de overlijdensrisicoverzekering een rol spelen en met name de hierin opgenomen zgn. begunstiging (wie heeft er recht op de uitkering). Mogelijk is dat de bank als begunstigde wordt aangewezen. De rechten uit de verzekering zijn dan “verpand” aan de bank.
In dat geval gaat de verzekeringsuitkering rechtstreeks naar de bank en vervalt (een deel) van de hypotheekschuld. De waarde van de nalatenschap wordt dan hoger, waarvan alle erfgenamen (dus niet alleen de langstlevende partner maar ook de kinderen) profiteren.
In ons voorbeeld betekent dit dat de verzekeringsuitkering van € 160.000 rechtstreeks naar de bank gaat zodat er nog een schuld van € 100.000 overblijft. De nalatenschap bedraagt dan de helft van € 180.000 (de helft van de woning was al van de langstlevende) ofwel € 90.000 en het erfdeel van Fleur dus € 45.000.
Alternatief is dat de overlijdensrisicoverzekering wordt aangepast in die zin dat de langstlevende als begunstigde wordt opgenomen. De bank accepteert dit alleen als de langstlevende aan de verzekeringsmaatschappij schriftelijk opdracht heeft gegeven om het aan haar toekomende geld door te betalen aan de bank. Deze schriftelijke opdracht wordt ook “partnerverklaring” genoemd.
Als de partnerverklaring is getekend en bijvoorbeeld Laura als eerste zou overlijden, dan krijgt Jeroen de hele uitkering van € 160.000 en moet hij het geld gebruiken om een deel van de bankschuld af te lossen. Omdat hij ook voor Fleur een schuld gedeeltelijk aflost, komt hij als schuldeiser in de plaats van de bank, zodat de schuld in totaal € 260.000 gebleven is, te weten € 100.000 aan de bank en € 160.000 aan Jeroen. De erfenis beloopt nu (€ 280.000 minus € 260.000) de helft van € 20.000 ofwel € 10.000, zodat het erfdeel van Fleur maar € 5.000 bedraagt.
Het is van belang om een bewuste keuze voor één van de methodes te maken, omdat de fiscale gevolgen verschillen maar vooral ook omdat de keuze van belang is voor de vraag wie na het overlijden het vermogen krijgt.
De partnerverklaring is bij het overlijden van de eerste partner meestal fiscaal gunstiger dan de methode waarbij de bank de begunstigde is, met als kanttekening dat – indien er sprake is van kinderen uit eerdere/verschillende relaties – de partnerverklaring niet altijd de beste keuze is!
Wilt u meer weten over dit onderwerp of over andere notariële zaken, neemt u dan contact op met ons kantoor.
Ook kunt u elke maandag, woensdag en vrijdag tussen 12.00 en 13.00 uur zonder afspraak bij ons binnenlopen voor een gratis juridisch adviesgesprek van ongeveer vijftien minuten.