De notaris heeft in de volksmond vaak de naam “duur” te zijn. Is dit terecht?
Tot 2000 was het tarievensysteem in het notariaat heel eenvoudig: er bestonden vaste tarieven die door het Ministerie van Justitie werden goedgekeurd en daar moest de notaris zich aan houden. Je mocht je diensten niet goedkoper aanbieden: daar stond een tuchtrechtelijke sanctie op.
Ten tijde van die vaste tarieven was het notariële tarief voor de aankoop van een mooi vrijstaand landhuis met een koopsom van een paar miljoen gulden redelijk pittig: Hfl 4.000 was je zo kwijt.
Daarentegen was de verkoop en overdracht van een strookje grond met een koopsom van Hfl 1.000 door de ene buurman aan de andere buurman heel goedkoop: Hlf 69; terwijl er in die laatste zaak gebruikelijk veel meer werk gestoken moest worden.
De keerzijde was dat zaken met een sociaal karakter, zoals het maken van een testament of het opmaken van een verklaring van erfrecht, heel goedkoop waren (Hfl. 100 tot 250).
Je kon je als notaris dus niet profileren met het tarief. Alleen door je werk en je service kon je je onderscheiden van andere notarissen.
Het is dan ook niet geheel uit de lucht gegrepen dat je kon stellen dat de grotere kantoren destijds kennelijk beter werk leverden dan de kleinere kantoren. Want als je overal dezelfde prijs betaalt, ga je natuurlijk naar de beste dienstverlener.
De regering heeft onder invloed van “Europa” voor het notariaat omstreeks 2000 het systeem marktwerking ingevoerd.
Het gevolg daarvan is geweest dat bij een groot aantal kantoren, vaak niet toevallig de kleinere kantoren, een aantal tarieven, speciaal die voor het kopen van huizen en het aangaan van een hypotheek, veel goedkoper is geworden. De marktwerking is door de zogenaamde handige jongens aangegrepen om leuke marketing-initiatieven te ontplooien: de handige jongens verdienen er geld mee en de notaris werkt haast voor niets.
Aangezien de cliënten vaak denken dat alles toch “standaard” is, is het de cliënt ook niet echt kwalijk te nemen dat hij voor de goedkoopste gaat.
Maar de cliënt moet dan wel beseffen dat hij niet hoeft te rekenen op vakwerk of individuele vragen en opmerkingen.
Onder de druk van het lage tarief moet alles inderdaad standaard worden en afwijkingen worden alsnog flink doorberekend. Dus wie alles voor zoete koek slikt, kan goedkoop uit zijn. Wie vragen gaat stellen of iets anders geformuleerd wil hebben of zo, die kan alsnog van de koude kermis thuiskomen in de vorm van een gepeperde rekening.
Voor andere problemen dan de standaard-zaken hoef je niet bij die kantoren langs te gaan: óf ze weten het niet óf de tarieven worden opeens heel hoog.
De grotere kantoren van destijds, waaronder Westvest Notarissen valt, hebben aan die tarievenslag niet toegegeven. Je wilt als notaris een fatsoenlijk product leveren en daar hoort een goede begeleiding bij. En dat kost tijd en tijd kost – sinds de invoering van de marktwerking – geld.
Blijft de vraag over: is de notaris nu echt zo duur?
Helaas heeft de gemiddelde klant geen idee wat er allemaal bij de overdracht van een huis en het aangaan van de hypotheek komt kijken. Zou hij dat wel weten, dan zou de conclusie zijn dat het met het “duur zijn” wel meevalt.
Dat er in Nederland bij het kopen van huizen zo weinig fout gaat, is mede de verdienste van de notaris. En als je dan toch een huis koopt, kies dan voor kunde en service van een goed kantoor. Ben je toch wat zekerder van het resultaat.
Wilt u meer weten over dit onderwerp of over andere notariële zaken, neemt u dan contact op met ons kantoor.
Ook kunt u op maandag, woensdag en vrijdag tussen 12.00 en 13.00 uur zonder afspraak bij ons binnenlopen voor een gratis juridisch adviesgesprek van ongeveer vijftien minuten.