Recent is er vanuit de media aandacht geweest voor verschillende (smeuïge) rechtszaken die familieleden van een tweetal overleden BN’ers voeren over de erfenis. De familiesamenstelling is verschillend maar het beeld in de rechtszaal verschilt niet zo veel van elkaar. Een aantal kinderen van de overledene en de partner van de overledene treffen elkaar voor de rechter.
Elke rechtszaak heeft natuurlijk zijn eigen onderwerpen van geschil. Maar beide zaken hebben wel wat overlappingen.
Afgaande op de berichten uit de media lijkt het erop dat in beide zaken sprake is van een zogenaamd langstlevende testament. Een langstlevende testament is in verschillende smaken op te maken. In essentie komt een langstlevende testament erop neer dat de langstlevende partner alles van de erfenis krijgt (alle bezittingen en schulden) en dat de kinderen hun deel krijgen in de vorm van een vordering op de langstlevende (de langstlevende krijgt hierdoor schulden aan de kinderen). Meestal is dit deel gelijk aan het erfdeel van een kind maar het kan ook zijn dat dit deel gelijk is aan een ander deel, bijvoorbeeld gelijk aan de hoogte van de legitieme portie (dit is de helft van het wettelijk erfdeel van een kind).
Deze vordering is opeisbaar als de langstlevende ook is overleden. Vaak zijn er nog wat andere opeisgronden opgenomen, zoals bijvoorbeeld het gaan naar een verzorgingstehuis door de langstlevende.
In beide rechtszaken komt naar voren dat de kinderen uiteraard wel in staat moeten worden gesteld om de hoogte van hun vordering te kunnen beoordelen. De langstlevende zal de kinderen dus op de hoogte moeten stellen van de bezittingen en schulden en samen met de kinderen de waarde hiervan vaststellen.
Ook zijn kinderen soms bang dat hun vordering niet kan worden uitgekeerd en leggen dan beslag op bijvoorbeeld de woning. De langstlevende partner wordt dan beknot in de vrijheid om te doen met de bezittingen wat hij of zij wil.
De rechter heeft daarover het volgende gezegd. “In beginsel dient uitvoering te worden gegeven aan een testament waarbij de langstlevende vrij en ongestoord kan voortleven en met de erfenis kan doen wat hij of zij wil.
Dit vindt slechts zijn begrenzing daar waar de langstlevende partner misbruik zou maken van die bevoegdheid met geen ander doel dan de kinderen te benadelen in hun verhaalsmogelijkheden. Dat laatste moet dan wel aangetoond worden door de kinderen.”
Zoals u kunt lezen, des te meer reden om een goed testament te maken. En na een overlijden een notaris in te schakelen bij de afwikkeling van een nalatenschap en de vaststelling van de hoogte van de delen van de kinderen.
Wilt u hierover meer weten, dan kunt u contact opnemen met één van de juristen van ons kantoor aan de Westvest 38 in Delft.