Notarissen hebben soms te maken met bijzondere regelingen, maar vaker met bijzondere situaties. Zo ook in het volgende geval: man en vrouw gaan op huwelijksreis en overlijden allebei binnen twee weken na hun trouwdag als gevolg van een voedselvergiftiging. Eerst de vrouw en iets later de man. Beiden hebben geen testament gemaakt en er zijn geen kinderen. Wie zijn nu de erfgenamen van hun bezittingen?
Omdat er geen testamenten zijn, wordt deze vraag beantwoord door het erfrecht van de wet. De regeling van de wet is duidelijk: toen de vrouw overleed was haar echtgenoot de enige erfgenaam van haar bezittingen. Toen heel kort daarna de man overleed waren er op dat moment geen erfgenamen in de eerste groep van erfgenamen meer (geen echtgenote en geen kinderen). Dan komen vervolgens de erfgenamen van de tweede groep naar voren: de ouders, broers en zussen, maar let op: van in dit geval alleen de man. Het resultaat van deze wettelijke regels is dus dat door de volgorde van het overlijden alle bezittingen van de vrouw en van de man bij één familie terecht kwamen.
Nu is het wel merkwaardig dat de tweede wetsbepaling in het erfrecht al de commoriëntenregel opschrijft, ik citeer:
“Wanneer de volgorde waarin twee personen zijn overleden niet kan worden bepaald, worden die personen geacht gelijktijdig te zijn overleden, en valt aan de ene persoon geen voordeel toe uit de nalatenschap van de ander”.
U snapt het al, het probleem zit hem in het eerste deel van deze bepaling, de volgorde van overlijden was wel bekend! En dan geldt de vererving naar groep een en vervolgens naar groep twee van de vorige alinea.
We zitten hier met een situatie waar wij als notarissen wel vaker mee te maken hebben: de letter van de wet is wel duidelijk, maar dat leidt niet altijd tot een billijk resultaat. Het resultaat druist in tegen het rechtsgevoel, dat vond ook de familie van de man en de vrouw. In een procedure is deze kwestie voorgelegd aan de Rechtbank. En de Rechtbank heeft in een juridisch fraai vonnis besloten dat tegen de letter van het erfrecht in de commoriëntenregel in deze uitzonderlijke situatie toch van toepassing is.
Het gevolg van deze uitspraak is dat de eerste vererving van de vrouw op de man komt te vervallen. Wat ieder aan bezittingen heeft gaat dan naar de eigen familie. Een redelijk resultaat in een verdrietige situatie. Maar het zou beter zijn geweest als deze situatie al in een testament was geregeld. Wij als Westvest Notarissen stellen bij elke testamentbespreking de vraag aan de orde: waar moeten de bezittingen naar toe als u er beiden niet meer bent. Hier kan en mag veel aan regelingen. Daarom beter een rampenregeling in een testament dan een commoriënten-regeling in een proces.
Hans van den Dool
Wilt u meer weten over dit onderwerp? Neemt u dan gerust contact op met ons kantoor (015 – 219 19 99).
Ook kunt u op maandag, woensdag en vrijdag tussen 12.00 en 13.00 uur zonder afspraak bij ons binnenlopen voor een gratis juridisch adviesgesprek van ongeveer vijftien minuten.